Mattheus 12:43-45 Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden, op zoek naar een rustplaats. Maar als hij die niet vindt, zegt hij: “Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten heb.” En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het leegstaat, schoongemaakt is en op orde gebracht.
Dan gaat hij weg en haalt er zeven andere demonen bij, slechter dan hijzelf, en ze nemen daar blijvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er ten slotte veel slechter aan toe dan voorheen. Zo zal het ook gaan met deze verdorven generatie.’
Hier onderwijst Jezus ons een aantal belangrijke dingen over demonen:
- Ze zien jouw lichaam/leven als hun huis. Sommigen wonen ook al tientallen jaren of zelfs honderden jaren in een bepaalde geslachtslijn. Demonen verbinden zich graag aan bepaalde personen en zelfs aan bepaalde gebieden en plekken: ‘Hij smeekte Hem dringend om hen niet uit deze streek te verjagen’ (Mark 5:10)
- Demonen proberen (met een team!) terug te komen nadat ze verdreven zijn.
- Als het huis leeg staat, komen ze zo weer binnen.
- Het einde van die mens is erger dan het begin
Als we het voorgaande begrijpen, begrijpen we dat vrij blijven minstens zo belangrijk is als bevrijd worden. Als iemand niet weet hoe dat moet, komen de demonen terug en gaat het zelfs slechter met die persoon dan eerst, net zoals Jezus zei in Johannes 5:14 ‘Zie u bent gezond geworden, zondig niet meer opdat u niet iets ergers overkomt’.